Titel: Werkdadige meetkonst, tonende klaar en beknopt, hoe dat al ‘t gene een ingenieur en landmeter te meten voorvallen kan, wiskonstig met en zonder hoekmeting, door de minste moeite gemeten word; hier by is gevoegt een verhandeling van roeden en landmaten in de voornaamste plaatzen van de Seven Vereenigde Provincien, en eenige andere daar omtrent leggende plaatzen, gebruikelyk.
Auteur: voor dezen beschreven door Johannes Morgenster, nu deze tweede druk door Johann Hermann Knoop.
Uitgever: Leeuwarden, Ferwerda, 1744
Van dit werk verscheen de eerste druk in 1703. De hier opgenomen tweede druk is uit 1744, en werd verzorgd door Johann Hermann Knoop. In 1757 en 1784 volgden een tweede en derde druk van de herziene uitgave . Daarin had Knoop het werk aanmerkelijk uitgebreid en voorzien van afbeeldingen en tabellen. In 1820 verschijnt een nieuwe, bewerkte editie, zodat de Werkdadige meetkunst al met al meer dan 100 jaar dienst heeft gedaan.
Over Morgenster is niet veel bekend. In de editie van 1820 wordt hij genoemd als mathematicus en geädmitteerd landmeter. Knoop werd omstreeks 1700 in Kassel geboren. Zijn vader was daar hovenier van het hof, en ook Johann werd tuinman. Hij kreeg een benoeming bij prinses Marie-Louise van Hessen-Kassel, die als weduwe van Johan Willem Friso in Leeuwarden woonde. Als hovenier onderhield hij niet alleen de tuin, maar hield hij zich ook bezig met het opmeten en in kaart brengen van tuinen. De kennis van de landmeetkunst die hij daarvoor nodig had, haalde hij uit de Werkdadige meetkunst. Knoop beschikte niet alleen over een brede belangstelling en een goed verstand, maar was ook in staat om de zaken helder op papier te zetten. Zo ontstonden zijn boeken en brochures over een zonne-eclips, tuinaanleg, plantkunde, zonnewijzers, terwijl ook woordenboeken en een geschiedschrijving van Friesland uit zijn pen zijn gevloeid.
Als hovenier zorgde hij ervoor dat in 1742 voor het eerst aardappelen op de koninklijke tafel verschenen. Drankgebruik was echter aanleiding voor zijn ontslag in 1748. Vanaf die tijd voorzag hij in zijn levensonderhoud door het schrijven van boeken. Knoop overleed geheel verarmd in 1778.
De Werkdadige Meetkunst behandelt achtereenvolgens de terminologie, meetkundige figuren op papier, decimaal rekenen, worteltrekken, goniometrische begrippen, logaritmen en driehoeksmeting. In een volgend deel (of boek) komt de praktijk van het meten in het veld aan de orde, met een beschrijving van de gebruikte instrumenten en de oppervlakteberekening. Andere delen behandelen de verdeling van stukken land, de cartografie en de vestingbouw, de stereometrie , evenals de aanleg van dijken en de daarvoor benodigde begrotingen. Het boek sluit af met twee hoofdstukken over het meten en wegen van vloeistoffen en voorwerpen. Niet voor niets had de landmeter in de tijd van Morgenster en Knoop vaak ijkmeester (wijnroeier) als nevenberoep. Zeer nuttig voor landmeters is tenslotte een uitgebreide toevoeging over de roeden en maten die in de diverse streken en steden in gebruik waren.