Titel: Architectura oder Bauung der Antiquen aufs dem Vitruvius, wellches sein funff Collummen orden, daer auss mann alle Landts gebreuch vonn Bauuen zu accomodiere dienstlich fur alle Baumaystren …..
Auteur: ann dag gebracht durch Johannes Vredeman Vriesae.
Uitgever: Antorff, De Jode, 1581.

In 1577 publiceerde Vredeman de Vries zijn ‘Architectura oder Bauung der Antiquen aus dem Vitruvius’, waarvan tussen 1581 en 1597 vier herdrukken verschenen. In de digitale versie staan de platen van de eerste herdruk. De tekst ontbreekt hier, maar is te vinden in de facsimile-uitgave van 1973.

foto van Hans Vredeman de Vries
Hans Vredeman de Vries

Hans Vredeman de Vries (1527-1606), geboren in Leeuwarden, begon zijn opleiding tot schilder in Amsterdam, en zette zijn studie voort in Kampen en Mechelen. In laatstgenoemde stad werkte hij mee aan de triomfbogen voor de intocht van Karel de Vijfde en Philips de Tweede. Terug in Friesland vond hij de werken van Vitruvius en Serlio, vertaald door zijn leermeester Pieter Coecke van Aelst. Het perspectief dat hij aantrof in dit werk intrigeerde hem, en hij ontwikkelde zich tot de perspectief- en architectuurschilder van zijn tijd.

Hij vervolgde zijn loopbaan in Antwerpen, waar hij tot stads- en vestingbouwkundige werd benoemd. Als architect werkte hij mee aan de vestingwerken van Antwerpen. Na de inname van Antwerpen door de Spanjaarden volgden activiteiten in Wolffenbüttel, Hamburg, Dantzig (Gdansk) en Praag. Zo zijn de kunstgalerij te Praag en de raadszaal in Dantzig van zijn hand. In 1601 keerde hij terug naar Nederland, waar hij nu tot het einde van zijn leven zou blijven. Hij droeg zijn werk Perspective (1604) op aan Prins Maurits in een poging een benoeming te krijgen aan de Leidse Universiteit.

Eerder in zijn leven waren van zijn hand al twee orde-boeken verschenen, over de klassieke bouwstijlen, namelijk in 1565 (Dorica en Jonica; en Corinthia en Composita) en  in 1578 (Tuschana).

De publicaties van Vredeman de Vries hebben menige herdruk beleefd, en zijn van grote invloed geweest op de architectuur in Noord-Europa. Tekst in combinatie met tekeningen bleek een indringend medium. In deze periode van economische bloei werd hiervan veelvuldig gebruik gemaakt, zowel in het onderricht als in de praktijk. De kunstenaars en geldschieters van die tijd spiegelden zich graag aan de grootse monumenten van het Oude Rome en Griekenland.